Het is een fascinerend tijdperk waarin we leven. Kunstmatige Intelligentie (AI) transformeert onze manier van werken, leren en zelfs denken. Algoritmes bepalen welke nieuwsberichten we lezen, welke video’s we kijken, en zelfs welke producten we kopen. Maar midden in die technologische vooruitgang dreigt Europa zichzelf buitenspel te zetten. Niet omdat we het niet begrijpen, maar omdat we misschien té principieel zijn. En dat gaat ons op de lange termijn duur komen te staan.
De kern van het probleem zit in onze ethische en privacy-gedreven regelgeving. Begrijp me niet verkeerd: ik ben een groot voorstander van privacy en ethiek. Maar zoals Otto von Bismarck ooit zei: “Politiek is de kunst van het mogelijke.” En op dit moment lijkt Europa een ethische burcht te bouwen die ons afschermt van de wereld, terwijl de rest verdergaat met de ongefilterde opmars van AI. Vooral de Verenigde Staten – waar techreuzen zoals Google, Microsoft en OpenAI vrij spel hebben – profiteren hiervan. Ze hebben toegang tot een schat aan data, terwijl wij in Europa onze datasets verstopt houden achter juridische muren.
Wat betekent dit? Simpel: de AI-modellen van de toekomst worden gebouwd op Amerikaanse data. En data is het fundament van elke AI. Wat je erin stopt, bepaalt wat eruit komt. Hoe relevanter, diverser en internationaler de data, hoe slimmer en breder de AI. Maar hier in Europa zorgen onze regels ervoor dat we onze data – inclusief onze waarden, cultuur en wereldbeeld – ontoegankelijk maken voor AI-modellen. Het gevolg? We krijgen straks Amerikaanse AI, gebaseerd op Amerikaanse data, die ons een Amerikaans wereldbeeld voorschotelt.
Dit is geen sciencefiction, maar een realistisch scenario. Een AI die opgroeit in Silicon Valley zal nooit begrijpen hoe een klein Nederlands dorp als Reeuwijk functioneert, met zijn verenigingsleven en participatie in burgerinitiatieven. Het zal geen flauw benul hebben van onze poldermodellen, de nuances van onze sociale zekerheid of onze manier van denken over duurzaamheid. Het wereldbeeld dat deze AI presenteert, zal voornamelijk Amerikaans zijn – individualistisch, commercieel en soms verre van wat wij belangrijk vinden.
Hier schuilt het gevaar: als Europa zijn stem niet laat horen in de ontwikkeling van AI, zullen onze waarden, normen en culturele context steeds minder relevant worden. En hoe meer we afhankelijk worden van AI-systemen, hoe meer dit ons dagelijks leven beïnvloedt. Welke baan je aangeboden krijgt, welke zorg je ontvangt, welke ideeën je worden aangereikt – het wordt allemaal gestuurd door algoritmes die nauwelijks begrijpen wie wij zijn.
De ironie? We doen dit vanuit een nobele intentie: om onze privacy te beschermen en te voorkomen dat technologie uit de hand loopt. Maar door te streng te zijn, sluiten we onszelf buiten. We stoppen niet alleen onze eigen data in een kluis, we sluiten ook onze toekomstkansen op innovatie op. Want zonder data is er geen innovatie. En zonder innovatie blijven we afhankelijk van anderen.
Wat kunnen we doen? Europa moet een balans vinden tussen ethiek en ambitie. In plaats van een digitale muur op te trekken, moeten we een veilige, maar open datastrategie ontwikkelen. Een waarin onze data niet misbruikt wordt, maar wel een bijdrage levert aan de ontwikkeling van AI die onze Europese waarden begrijpt. Samenwerking is de sleutel. Niet alleen met andere Europese landen, maar ook met landen buiten ons continent. Want de technologie van morgen kent geen grenzen – alleen datasets.
Als we blijven waar we nu staan, dan dreigen we in een wereld te leven die niet meer van ons is. Een wereld waarin Europa niet langer relevant is in het gesprek over de toekomst. En dat zou niet alleen jammer zijn, maar ronduit gevaarlijk. Want als we iets weten uit de geschiedenis, dan is het wel dat degene die de regels maakt, de toekomst bepaalt.
Laten we zorgen dat we niet slechts consumenten worden van AI, maar ook medevormgevers van deze technologie. Want als we onszelf blijven afschermen, dan doet onze ethiek ons op de lange termijn te kort. Het is tijd dat Europa niet alleen naar zijn principes kijkt, maar ook naar zijn plek in de wereld. “Ga het gesprek aan en zorg dat je aan tafel zit, anders sta je op het menu”
En dat geldt ook voor AI.